ZETA las- en slijphelmen

Een lashelm of lasmasker is een onmisbaar persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) voor elke lasser. De lashelm biedt de lasser de juiste oog- en gezichtsbescherming tegen vonken, hitte en brandwonden, ultraviolette straling en infrarood en fel licht.

Kies de verduistering van uw lasfilter op basis van de elektrische stroom die u gebruikt. Gewoonlijk wordt bij elektrodelassen een verduisteringsnummer tussen 9 en 14 gekozen, en bij MIG-lassen tussen 10

Raadpleeg onze catalogus voor lasveiligheid voor meer gedetailleerde instructies over het selecteren van het verduisteringsnummer van het lasfilter voor booglassen.

Het verduisteringsnummer geeft aan hoe donker het lasfilter is. Hoe groter het getal, hoe donkerder het filter. Gewoonlijk is het donkerste verduisteringsnummer dat bij het lassen wordt gebruikt Din 13, maar in sommige filtermodellen kan dit Din 15 zijn.

Als uw ogen tijdens het lassen worden blootgesteld aan fel licht en ultraviolette straling, kan uw gezichtsvermogen blijvend beschadigd raken. Zelfs een korte blootstelling kan ervoor zorgen dat het oppervlak van het oog verbrandt, waardoor de zogenaamde lasogen ontstaan. Ultraviolette of infraroodstraling, maar ook andere zichtbare effecten zoals hete spatten, kunnen de ogen beschadigen en de onbeschermde huid verbranden.

Bij booglassen is Din 8 meestal de laagste tint. Het aanbevolen verduisteringsnummer is sterk afhankelijk van de geselecteerde stroom van de lasboog en het te lassen basismateriaal. Materialen zoals roestvast staal of aluminium reflecteren meer licht, dus het verduisteringsnummer moet daar iets hoger zijn dan bij het lassen van zacht staal.

De lashelm moet zo passen dat hij comfortabel te gebruiken is. Door de helm zo dicht mogelijk bij de neus van de gebruiker af te stellen, kunt u de beste beleving van de gewichtsbalans bereiken. Als u de lashelm zo goed mogelijk balanceert, wordt de nek van de gebruiker minder vermoeid dan wanneer deze ver van de neus is afgesteld.

Lassen kan u blootstellen aan verschillende gevaren, maar de meeste risico's kunnen worden geminimaliseerd door de juiste lasveiligheidsapparatuur te gebruiken. De meest voorkomende lasrisico's zijn ultraviolette en infrarode straling, hete spatten en hitte, blootstelling aan giftige lasrook en -gassen en elektrische schokken. Draag altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een lashelm of een ademhalingsbeschermingssysteem, lashandschoenen en kleding die uw lichaam volledig bedekt.