Lasveiligheid en -gevaren

Het belang van lasveiligheid en hoe u de meest voorkomende lasgevaren kunt voorkomen

Gebruik altijd goedgekeurde beschermingsmiddelen

Booglassen brengt net als alle andere industriële beroepen de nodige risico's met zich mee. Toch is lassen een veilige activiteit zolang er een gedegen risicobeoordeling wordt uitgevoerd, de juiste maatregelen worden genomen en geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt. Gebruik altijd goedgekeurde lasveiligheidsuitrusting.

Fel licht/ultraviolette straling bij het lassen

De lichtboog is een van de bekendste symbolen voor het lasproces, maar achter de schoonheid van licht en vonken schuilt ook een gevaar. Wie zonder oogbescherming direct in het licht van de boog kijkt, kan zijn ogen permanent beschadigen. Zelfs korte blootstelling kan verbranding van het oogoppervlak veroorzaken. We spreken dan van 'lasogen'. Ultraviolette of infraroodstraling, maar ook zichtbare elementen zoals hete spatten, kunnen de ogen beschadigen en de onbeschermde huid verbranden.

Oogbescherming bij laswerkzaamheden

De ogen van lassers moeten effectief worden beschermd met een goedgekeurde lashelm die is voorzien van een lasfilterlens. Automatisch verduisteringslenzen (ADF – Auto-Darkening Filter) van Kemppi en passieve lenzen (goedgekeurde laslenzen van gekleurd glas) voor lasmaskers bieden 100% bescherming tegen ultraviolette straling.

Lashelmen en lasmaskers worden gedurende lange tijd gedragen. Hun beschermingsklasse, gewicht en balans variëren aanzienlijk. Daarom is het extra belangrijk om het juiste model met het juiste beschermingsniveau voor uw toepassing en persoonlijke situatie te kiezen. Lashelmen en lasmaskers met automatisch verduisterende laslenzen vergemakkelijken en versnellen het werk van de lasser gedurende het hele lasproces.

Ademhalingsbescherming bij laswerkzaamheden

Een van de mogelijkheden is om een lashelm of lasmasker met een gelaatsafdichting te dragen. Ze zijn voorzien van een goed ademhalingssysteem dat de lasser beschermt tegen dagelijkse blootstelling aan giftige of carcinogene dampen en gassen (chemische stoffen die kankerverwekkend kunnen zijn). Deze ademhalingsbeschermingssystemen worden ook wel PAPR-systemen genoemd. Een compleet ademhalingsbeschermingssysteem bestaat uit een filter, slangenset en hoofdharnas. Ademhalingsbeschermingssystemen voor lassers zijn geclassificeerd aan de hand van het beschermingsniveau dat ze de drager bieden. Welke klasse een systeem krijgt, is afhankelijk van de mate waarin het vervuilde lucht uit de lasomgeving tegenhoudt. Deze classificatie heeft niet alleen te maken met de effectiviteit van een filtersysteem. De classificatie is gebaseerd op de totale gemeten gecombineerde inwaartse lekkage van het hele ademhalingsbeschermingssysteem. Dit noemen we de TIL-klasse (Total Inward Leakage).

Kemppi's Gamma GTH3 productassortiment biedt een maximaal TIL-beschermingsniveau tegen inwaartse lekkage van 99,8%.

Bekijk Kemppi lasveiligheidsuitrusting

Lashelmen met automatisch verduisterende laslenzen vergemakkelijken en versnellen het werk van de lasser tijdens het lasproces.

Giftige lasdampen en -gassen

Normaal gesproken ademen we gedurende een werkdag van acht uur 4000 liter lucht in en uit. Tegelijkertijd kan één enkele lasser tot wel 40 gram luchtgedragen damp en fijnstof per uur voortbrengen. Deze lasrook bestaat uit gassen en kleine deeltjes en kan meer dan 40 verschillende stoffen bevatten die afkomstig zijn van het te lassen materiaal, van toevoegmateriaal of van oppervlaktebehandelingen zoals verf of coatings. Al met al is de lasdamp gevaarlijk voor de menselijke gezondheid. Zonder bescherming kunnen minuscule dampdeeltjes diep in de longstructuur doordringen.

Bovendien kan langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging en kankerverwekkende stoffen leiden tot gezondheidsproblemen op de lange termijn, waaronder kanker en luchtwegaandoeningen. Beroepslongziekten kunnen worden voorkomen door het juiste ademhalingsbeschermingssysteem te gebruiken.

Door de juiste veiligheidsaanwijzingen op te volgen, kan de blootstelling aan dampen en gassen worden beperkt:

  • Zorg dat de laslocatie goed geventileerd wordt. Dit voorkomt dat de dampen en gassen in de ademzone en omgeving komen.
  • Lassers moeten altijd een goedgekeurd ademhalingsbeschermingssysteem dragen.

Werken in krappe ruimten

Er zijn situaties waarbij een lasser in een krappe ruimte zoals een tank, pijpleiding of schachtput moet werken. Inerte gassen en sommige veelvoorkomende chemische reacties kunnen de hoeveelheid zuurstof in deze ruimten verkleinen of verdringen. Onderzoek altijd of het mogelijk is om de taak uit te voeren zonder in een krappe ruimte te werken. Voer altijd een risicobeoordeling uit voordat u aan de slag gaat in krappe ruimten waar het zuurstofniveau onder de 17% kan dalen.

Als u in een krappe ruimte moet werken:

  • Draag een goedgekeurd ademhalingsbeschermingssysteem of lasrookmasker.
  • Zorg dat u het reddingsplan kent.
  • Gebruik geen ademhalingsbeschermingssysteem met zuurstofvoorziening: u werkt in een zeer brandgevaarlijke omgeving.
  • Onthoud dat de meeste lasgassen, waaronder alle inerte gassen, geen geur hebben en de ademlucht kunnen verdringen.
  • Zorg ervoor dat de beschermgasslangen en -connectoren goed zijn afgedicht.
  • Werk nooit alleen.

 

Hitte, vuur en brandwonden

De aanwezigheid van brandbare materialen in de werkomgeving is de meest voorkomende reden van brand. Voorkom het risico op brand door de werkomgeving vrij te houden van brandbare materialen zoals hout en textiel. Houd er rekening mee dat hitte en vonken een flinke afstand kunnen overbruggen.

Zorg altijd dat u het reddingsplan kent en weet waar de brandblussers zich bevinden. De brandblussers moeten zich in de buurt van de laslocatie bevinden. Als het niet mogelijk is om de omgeving vrij te houden van brandbare materialen, moet er gedurende ten minste 60 minuten na het lassen een brandwacht worden ingesteld om te controleren of de vonken niet tot brand leiden. Het is ook mogelijk om de laslocatie van de omgeving af te scheiden met brandwerende dekens of panelen.

Lasspatten zijn de oorzaak van veelvoorkomend maar niet ernstig letsel bij lassers. Hierdoor kunnen brandplekken op de huid ontstaan. Als de nek van de lasser tijdens het werken niet goed is beschermd, kan blootstelling aan uv-straling bovendien 'zonnebrand' veroorzaken. Op de lange termijn kan deze blootstelling zelfs tot permanente schade leiden. Bescherm blootliggende huid daarom altijd met toepasselijke kleding.

Letsel en verwondingen kunnen worden voorkomen door gebruik te maken van goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en door het lichaam geheel te bedekken tijdens het lassen. Dikke handschoenen en kleding met lange mouwen van vlamvertragend materiaal behoren tot de standaarduitrusting van elke lasser.

Elektrische schokken

De kans op elektrische schokken is altijd aanwezig. Elektrische schokken vormen een ernstig risico voor de lasser en kunnen leiden tot zwaar letsel of zelfs overlijden. Er zijn verschillende manieren om de kans op elektrocutie tijdens het lassen te verkleinen:

  • Zorg altijd dat de apparatuur geïnspecteerd is en correct functioneert. Gebruik nooit beschadigde onderdelen.
  • Gebruik alleen bekende apparatuur waarvan u weet hoe u die moet bedienen. Bij twijfel: niet gebruiken.
  • Apparatuur mag uitsluitend worden gerepareerd of onderhouden door geautoriseerde herstelwerkplaatsen.
  • Gebruik alleen schone en droge lashandschoenen. Raak de metalen delen van een lastang niet aan met de blote huid of vochtige kleding.
  • Draag kleding die uw lichaam volledig bedekt.
  • Gebruik een droog werkoppervlak zoals een mat of een houten pallet zodat u geen contact maakt met natte of geleidende oppervlakken.

 

Lichamelijke risico's

Ergonomie wordt steeds belangrijker, ook tijdens het lassen. Uitglijden, struikelen en vallen zijn belangrijke oorzaken van incidenten op de werkvloer. Maar ook letsels zoals verbrijzelde tenen en vingers behoren tot de lichamelijke risico's van lassers. Het gebruik van de toepasselijke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) biedt bescherming tegen deze lichamelijke risico's. Oorkappen en oordoppen beschermen tegen geluid. Een veiligheidshelm beschermt het hoofd tegen vallen of scherpe voorwerpen.

Een schone en opgeruimde werkomgeving maakt het werk van een team lassers veiliger en gemakkelijker. Kies lasapparatuur die past bij de werkzaamheden en de werkomgeving. Makkelijk verplaatsbare apparatuur is een grote plus en kan bovendien bijdragen aan een sneller, veiliger en efficiënter werkproces.

 

Risico's bij laswerkzaamheden volgens SFS-EN ISO 4063 

Meer over verschillende lasprocessen

MIG/MAG-lassen

MIG/MAG-lassen

MIG-/MAG-lassen is een lasproces waarbij lasdraad met een vaste snelheid door een laspistool in een met beschermgas afgeschermd smeltbad wordt gevoerd.

TIG-lassen

TIG-lassen

TIG-lassen is een handmatig lasproces waarbij de lasdraad met de hand in het met beschermgas afgeschermde smeltbad wordt gevoerd.

Elektrodelassen

Elektrodelassen

Elektrodelassen, ook bekend als niet-geautomatiseerd metaalbooglassen (MMA-lassen) of metaalbooglassen onder beschermgas (SMAW), is een handmatig booglasproces waarbij een elektrische boog wordt gemaakt tussen een metalen elektrode en het werkstuk.

Robotlassen

Robotlassen

Robotlassen of geautomatiseerd lassen automatiseert het lasproces. Robotlassen kan worden gebruikt in combinatie met verschillende lasprocessen, zoals MIG- en TIG-lassen.

Andere lasmethoden

Andere lasmethoden

Andere, minder gebruikelijke lasprocessen, zoals MIG-hardsolderen en laserlassen, onder poeder lassen, plasma-, punt-, wrijvings- en explosielassen.

Sluiten

Technische specificaties